Regio

Corso Frederiksoord is blij met erfgoedstatus

Met spanning werd ernaar uitgekeken en vandaag kwam vanuit Parijs het verlossende woord. Bloemencorso’s zijn uitgeroepen tot Unesco Immaterieel Cultureel Erfgoed. In Frederiksoord zetten ze daarom direct letterlijk de bloemetjes buiten.

“Het is een mooie titel om te hebben”, zegt Joost Ottink, voorzitter van Corso Frederiksoord. “Het is mooi dat we op de lijst staan en dat iedereen kan zien wat we voor moois doen.”

En ook al is het nog niet de tijd om dahlia’s te planten, Corso Frederiksoord is wel alvast begonnen met het planten van bloembollen. Op de rotonde aan de Majoor van Swietenlaan worden voorjaarsbloeiers geplant, want het corso is trots en wil dat laten zien.

“We hebben deze rotonde voor twee jaar symbolisch geadopteerd van de gemeente Westerveld. We onderhouden hem nu twee jaar om iets te doen voor de buurt.”

Erkenning en bekendheid
Tijdens een bijeenkomst in Parijs werd besloten dat ongeveer dertig bloemen- en fruitcorso’s in Nederland nu behoren tot het Unesco Immaterieel Cultureel Erfgoed, waaronder ook de drie Drentse corso’s in Eelde, Elim en Frederiksoord. Daarmee gaat voor de corso-organisaties een wens in vervulling. Ottink: “Er komt ergens een stempel op en het is voor het publiek duidelijk: we mogen er zijn!”

Wat hebben corso’s aan deze erfgoedstatus? “Dat hebben we onszelf ook afgevraagd. Je krijgt erkenning en meer bekendheid. We zijn meer ‘in the picture’ bij gemeente en provincie.” Het is nog onduidelijk of het corso in de toekomst daardoor ook aanspraak kan maken op meer geld van gemeente of provincie. “Daar hopen we wel op, maar dat weten we nog niet. Eerst maar eens blij zijn dat we de titel hebben.”

‘Beleving met elkaar’
De traditie om wagens met bloemen te versieren bestaat in Frederiksoord meer dan zestig jaar. Deze traditie wordt van generatie op generatie overgedragen. Maar is iets dat al zestig jaar bestaat nog niet uit de tijd? “Dat zou je denken, maar we zijn juist bezig om het corso op de lange termijn toekomstbestendig te maken.”
Dit doet het bestuur door jongeren actief te betrekken met een juniorcorso. En ze ontwikkelen samen met scholen in de buurt lesmateriaal over de traditionele corsocultuur.

Bij een bloemencorso denk je aan versierde wagens vol bloemen, maar juist het immateriĆ«le gedeelte is voor het bestuur zo belangrijk: “Het gaat om de beleving met elkaar. Het hele jaar ben je bezig om samen iets moois neer te zetten. Dat is super om te doen.”

Foto Hielke Roelevink. Tekst RTV Drente Jeanine Hofsteenge