
Ooievaars keren in groten getale terug naar het Reestdal
Waar de ooievaar in de jaren zeventig rond Meppel vrijwel was verdwenen, is de karakteristieke zwart-witte vogel inmiddels weer een vertrouwd gezicht in het Reestdal. In die tijd telde heel Nederland nog slechts zo’n twintig broedparen. Intensivering van de landbouw, grootschalig gebruik van pesticiden en een verlaging van de grondwaterstand beperkten het leefgebied drastisch.
Vandaag de dag is het beeld compleet anders. Dankzij gericht landschapsbeheer, herstel van natuurgebieden en het terugdringen van schadelijke landbouwpraktijken, heeft de ooievaar zijn plek heroverd. In het Reestdal – het beekdal op de grens van Drenthe en Overijssel – broeden inmiddels circa veertig paren.
Volgens lokale natuurbeschermers illustreert de terugkeer van de ooievaar hoe herstelmaatregelen daadwerkelijk resultaat opleveren. De vogels profiteren van bloemrijke weilanden, vochtige graslanden en een rijk voedselaanbod. “Het is een teken dat het landschap weer gezonder wordt,” aldus een woordvoerder van een regionaal natuurcollectief.
Wie in de lente en zomer langs de Reest fietst of wandelt, maakt grote kans het luide geklepper van ooievaars te horen. Een geluid dat decennialang zeldzaam was, maar nu weer bij het zomerse landschap rond Meppel lijkt te horen.
Cheryl Groen/ foto Leo de Harder